Joun
Mijn kinderen zeggen ‘enigste’. Ze zien niet in wat er mis is met ‘hij wilt’ en schrijven zonder blikken of blozen ‘jou step’. Het zal slechts een kwestie van tijd zijn dat ze hun toekomstige verkering als het ‘meisje die’ omschrijven. Degene die het over mij heeft als ‘me schoonmoeder’.
Had je me dit tien jaar geleden verteld, nog voordat ze hun eerste woorden (‘otto’ = auto en ‘goggel’ = vogel) überhaupt uitbrachten, dan had ik je voor gek verklaard. Míjn kinderen? Dacht het niet. No way. Om het maar even in correct Nederlands te zeggen. Een taalnazi als moeder hebben is misschien niet makkelijk, waarschijnlijk zelfs irritant. Maar die correcties van mij gaan wel verbluffende resultaten opleveren. Leek mij toen.
Niet dus. En nu zeggen ze ook nog eens joun. Joun ja. Wasdatan? Joun is het bezittelijk voornaamwoord jouw, maar dan -net als mijn- eindigend op een n in plaats van op een w. Volg je me nog? Het is mijn bal, dus dan is het joun jas. Logisch toch?
Ik was ervan overtuigd dat joun van tijdelijke aard was. Een verbaal Fortnite-dansje. Een taalkundige fidget spinner. Tot het bezoek van Rotterdamse vrienden. Zodra ik hun kind ‘joun Lego’ hoorde zeggen, wist ik dat dit woord meer is. Een potentiele kandidaat voor mijn denkbeeldige lijstje met irritante taalfouten? Ja, joun zou daarop in meerdere opzichten prima passen. Bijvoorbeeld onder ‘ik irriteer me’.
Om mijn denkbeeldige lijstje niet per ongeluk te vervuilen met een correct woord, richtte ik me tot Google. Tot mijn stomme verbazing ontdekte ik dat joun een Frisisme is. Hoe is dit mogelijk? Zijn mijn kinderen stiekem in Friesland geweest of zijn de Friezen gewoon kinderlijk? Nee. Dus ik was om. Want hoe mooi is het dat een Fries woord spontaan voet aan de grond krijgt in het zuidwesten?
Het is niet dat ik joun gedoog. Nee, ik koester het. Want wat ik aanvankelijk een gedrocht noemde, blijkt namelijk een ‘blessing in disguise’. Ik heb een nieuw ezelsbruggetje om mijn kinderen mee te vermoeien: wanneer schrijf je een w achter jou? Precies! Als je joun kunt zeggen.